ga naar de hoofdinhoud

6.2.1 Salaris en toelagen bij ziekte

  1. De werknemer die door ziekte zijn functie niet kan uitvoeren, heeft vanaf de eerste ziektedag 12 maanden recht op het volledige salaris, toelagen en IKB.
  2. De werknemer heeft na afloop van de in lid 1 genoemde periode tot het einde van zijn dienstverband aanspraak op:
    - 70% van het salaris, toelagen en IKB, indien en voor zolang hij geen werkzaamheden noch re-integratieactiviteiten verricht;
    - 80% van het salaris, toelagen en IKB, indien en voor zolang hij 1 tot en met 12 uur per week werkzaamheden en/of re-integratieactiviteiten verricht;
    - 90% van het salaris, toelagen en IKB, indien en voor zolang hij meer dan 12 tot en met 24 uur per week werkzaamheden en/of re-integratieactiviteiten verricht; en
    - 100% van het salaris, toelagen en IKB, indien en voor zolang hij meer dan 24 uur per week werkzaamheden en/of re-integratieactiviteiten verricht.
  3. De in lid 2 genoemde uren gelden voor werknemers met een deeltijd dienstverband naar verhouding van het dienstverband.
  4. De periode van zwangerschaps– en bevallingsverlof schort de periode uit lid 1 en lid 2 op.
  5. De periode waarover de werknemer voorafgaand aan de periode uit lid 4, ziek is als gevolg van zwangerschap, schort de periode uit lid 1 en 2 op.
  6. De werkgever kan een werknemer met een terminale ziekte na de periode van 12 maanden in lid 1 het volledige salaris, toelagen en IKB blijven doorbetalen.
  7. De werknemer heeft ook na de in lid 1 genoemde 12 maanden tot aan het einde van zijn dienstverband recht op het volledige salaris, toelagen en IKB, als hij door ziekte zijn werk niet kan uitvoeren. Dit geldt alleen als de ziekte voornamelijk veroorzaakt wordt door de aard van de werkzaamheden of bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden uitgevoerd. Dit geldt niet als de werknemer door zijn schuld of nalatigheid zijn werk niet kan uitvoeren.
  8. Als het UWV voor de werknemer uit lid 1 een mate van arbeidsongeschiktheid tussen de 35% en 80% vaststelt, dan zijn de inspanningen van de werkgever erop gericht om passende arbeid aan te bieden waardoor de werknemer minimaal 50% van zijn restverdiencapaciteit benut.