ga naar de hoofdinhoud

Het overbodige wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt'

De Eerste Kamer heeft op 26 september het initiatiefwetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ verworpen. Het wetsvoorstel was echter met grote meerderheid op 5 juli 2022 aangenomen door de Tweede Kamer. De stemming over het wetsvoorstel laat zien dat de verhoudingen in de Eerste Kamer behoorlijk anders liggen dan in de Tweede Kamer. Het initiatiefwetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ heeft een hobbelige weg afgelegd voordat het in de Eerste Kamer tot stilstand kwam.

Initiatiefwetsvoorstel

In maart 2021 werd het initiatiefwetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. In dit voorstel was opgenomen dat de werkgever een verzoek van de werknemer om de werklocatie te wijzigen alleen mag afwijzen op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel willen het gesprek tussen werkgever en werknemer over de werklocatie structureren.

Reactie werkgevers

De reactie van werkgevers was dat zij het een overbodig wetsvoorstel vinden. Tijdens corona was thuiswerken ‘het nieuwe normaal’, werkgevers en werknemers zijn zich bewust van de voor- en nadelen van thuiswerken. Het blijkt dat werkgevers en werknemers er in de praktijk wel uitkomen. De Raad van State oordeelde dat er op dit moment geen sprake is van een probleem of knelpunt. Ingrijpen door de wetgever op de zeggenschap van werkenden over plaats-onafhankelijk werken is daarom niet nodig. De Raad van State ziet de locatie waar de arbeid wordt verricht in eerste instantie als een zaak tussen werkgever en werknemer.

Advies SER

In maart 2022 kwam de SER met een advies over hybride werken: de aanbeveling om werknemers voldoende zeggenschap te geven en de kansen van hybride werken te benutten. Werkgevers moeten over voldoende mogelijkheden tot maatwerk beschikken om hybride werken vorm te geven, passend bij de organisatie. Belangrijk daarbij is overleg tussen werkgever en werknemer hierover te stimuleren om samen tot afspraken te komen.

 

In het advies heeft de SER het wetvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ ook meegenomen. Dat de werkgever een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats alleen kan afwijzen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang vond de SER te beperkend. De SER adviseerde, om de beoogde goede balans tussen zeggenschap en maatwerk te borgen, de toetsing bij een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats te doen op basis van redelijkheid en billijkheid in plaats van zwaarwegende bedrijfsbelangen. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ hebben het advies van de SER overgenomen in hun initiatiefwetsvoorstel. Dit wetsvoorstel werd door de Tweede Kamer op 5 juli 2022 met grote meerderheid aangenomen.

Behandeling wetsvoorstel Eerste Kamer

Dat het geen ‘appeltje eitje’ zou worden in de Eerste Kamer bleek enkele weken geleden al tijdens de behandeling van het voorstel. In de stemming werd met een krappe meerderheid het initiatiefwetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ verworpen. Een meerderheid van de Eerste Kamer twijfelde aan het nut en de noodzaak van deze wet. Anderen vroegen zich af of de wet niet te veel regeldruk voor de werkgevers zou opleveren.

 

De initiatiefwet eindigt zoals deze ook is begonnen: een wetsvoorstel voor een wet waar te veel partijen het nut niet van inzien. De initiatiefnemers wilden de werknemers meer vrijheid geven over hoe zij de balans tussen het werken op werklocatie en het werken thuis willen inrichten. Maar de bal blijft liggen bij de werkgever en de werknemer, om hierover samen het gesprek te voeren. Daar heb je geen wet voor nodig.

Conclusie

In de huidige tijd met over het algemeen mondige medewerkers en volwassen arbeidsverhoudingen komen in de meeste gevallen de werkgevers en zijn medewerkers hier prima uit. De medewerkers hebben met de huidige krapte op de arbeidsmarkt ook nog wat te kiezen. Een werkgever die aantrekkelijk voor medewerkers wil blijven zal ongetwijfeld een verzoek van een medewerker om thuis te werken serieus bekijken. In het geval dat thuiswerken volgens de werkgever niet mogelijk is zal hij dat om dezelfde reden zorgvuldig toelichten aan de medewerker.